Alles weergeven
Toegankelijkheidsfuncties in Microsoft Office Document Imaging
Microsoft Office Document Imaging bevat functies die de software toegankelijk maken voor een grote groep gebruikers, waaronder personen die mindervalide, slechtziend of anderszins gehandicapt zijn.
Sneltoetsen
U kunt in Microsoft Office Document Imaging opdrachten uitvoeren via het toetsenbord in plaats van met de muis.
Klik voor meer informatie op sneltoetsen.
Paginagrootte en opties voor de weergave
De weergavegrootte van een pagina wijzigen
U kunt inzoomen om een document van dichterbij te bekijken of uitzoomen om een groter gedeelte van de pagina weer te geven. Ga op een van de volgende manieren te werk:
- Wijs in het menu Beeld de optie In- en uitzoomen aan en klik vervolgens op de gewenste zoominstelling.
- Als u de pagina wilt vergroten om deze van dichterbij te bekijken, klikt u op Inzoomen op de werkbalk Beeld totdat u tevreden bent over de weergave.
- Als u de pagina wilt verkleinen om een groter gedeelte van de pagina weer te geven, klikt u op Uitzoomen op de werkbalk Beeld totdat u tevreden bent over de weergave.
De positie van een pagina op het scherm wijzigen
U kunt pannen om in documenten die met een groot zoompercentage worden weergegeven, de positie van een pagina op het scherm te wijzigen.
- Klik in het menu Beeld op Pannen.
De muiscursor verandert van een pijl in een hand.
- Klik en sleep de pagina naar de gewenste positie.
OpmerkingááU kunt niet pannen als de hele pagina zichtbaar is op het scherm.
De leesweergave gebruiken
In de leesweergave kunt u gescande documenten gemakkelijker lezen op het scherm. In deze weergave wordt het huidige document weergegeven en zijn de minst belangrijke schermelementen, waaronder de taakbalk van Microsoft Windows, verborgen.
-
Klik in het menu Beeld op Leesweergave.
Schuiven en in- of uitzoomen met de Microsoft IntelliMouse of een ander aanwijsapparaat
Sommige muizen en andere aanwijsapparaten, zoals de Microsoft IntelliMouse, hebben ingebouwde voorzieningen voor schuiven en in- en uitzoomen. Raadpleeg de handleiding van het aanwijsapparaat voor meer informatie.
Opties voor aantekeningen
De kleur, dikte of puntstijl van een vooraf gedefinieerde pen of markeerstift wijzigen
- Klik in het menu Extra op Opties en klik vervolgens op het tabblad Aantekeningen.
- Klik in het dialoogvenster Opties op Instellingen voor pen.
- U kunt het volgende doen:
Vooraf gedefinieerde markeerstiftinstellingen wijzigen
- Klik in het dialoogvenster Instellingen voor pen en markeerstift op het tabblad Instellingen voor markeerstift.
- Klik in de lijst Huidige markeerstiften op de vooraf gedefinieerde markeerstift die u wilt wijzigen.
-
Selecteer de gewenste kleur, dikte en het type punt.
Vooraf gedefinieerde peninstellingen wijzigen
- Klik in het dialoogvenster Instellingen voor pen en markeerstift op het tabblad Instellingen voor pen.
- Klik in de lijst Huidige pennen op de vooraf gedefinieerde pen die u wilt wijzigen.
- Selecteer de gewenste kleur, dikte en het type punt.
Het standaardlettertype, de standaardkleur of de transparantie van het tekstvak wijzigen
- Klik in het menu Extra op Opties en klik vervolgens op het tabblad Aantekeningen.
- U kunt het volgende doen:
- Als u het standaardlettertype wilt wijzigen, klikt u op Lettertype opmaken en selecteert u de gewenste opties.
- Als u de standaardkleur van het tekstvak wilt wijzigen, klikt u in de lijst Opvulkleur op de gewenste kleur.
- Als u de transparantie van het tekstvak wilt wijzigen, selecteert u de gewenste optie in het vak Transparantie opvullen, waarbij 0% een effen kleur is en 100% geen kleur is.